Japanse theeceremonie – chadô – cha no yu
De Japanse theeceremonie oftewel bekend als chadô of ‘cha no yu’, is een Japanse traditie...
De Japanse theeceremonie oftewel bekend als chadô of ‘cha no yu’, is een Japanse traditie waarin het drinken van thee is verheven tot een kunstvorm. Chadô betekent ook wel “De weg van de thee”. Cha no yu betekent ook wel “Heet water voor de thee”.
De Japanse theeceremonie
Een theehuisje (chashitsu) ligt meestal ver achter in de tuin van een gastheer/gastvrouw. Dit wordt meestal gedaan om de gast direct het gevoel te geven dat die in een andere wereld is beland. Bij het aankomen van het theehuisje dien je je handen en het gezicht met water te reinigen, vóór het betreden van het theehuisje. Het theehuisje heeft een erg lage opening zodat men gebukt en meestal op de knieën het huisje moet binnengaan. Deze wijze van binnengaan bevordert het gevoel van nederigheid. Ook het zitten dien je op de Japanse wijze te doen, dus op de knieën, op de vloer. De ceremonie ademt zo een sfeer van rust, sereniteit en traditie waarbij een gepaste conversatie wordt gevoerd.
De thee
Het thee maken op zich is geen ingewikkeld proces en wordt uiteraard uitgevoerd door de gastheer/gastvrouw. Het is meer het ritueel dat op voorgeschreven wijze uitgevoerd dient te worden, die het tot een ceremonie maken. In het Japans heet thee: ‘cha’. Men spreekt echter van ‘o-cha’, dat ‘eerbiedwaardige thee’ betekent, hiermee wordt de Japanse groene thee bedoeld, dezelfde groene thee die we hier ook kennen. Voor de theeceremonie gebruiken zij echter, fijne groene poederthee, die weer ‘matcha’ wordt genoemd.
De middelen en rituelen waar men tijdens de Japanse theeceremonie gebruik van maakt
Voor de theeceremonie gebruiken zij allerlei speciale gereedschappen. Tijdens de ceremonie wordt ter plekke het water gekookt in een ketel op een oventje. De watervoorraad wordt bewaard in een ‘mizusashi’. Dit water wordt niet alleen gebruikt om de thee te zetten maar ook om de thee kommen schoon mee te spoelen.
Met de ‘chashaku’, een lange dunne lepel van bamboe, wordt de groene poeder in een kom geschept. Vervolgens wordt met een grotere bamboelepel (de ‘hishaku’) heet water uit de ketel in de thee kom op de groene poeder gegoten. De ‘chasen’ (een bamboekwast) wordt gebruikt om de groene thee mee te roeren tot een schuimige groene substantie is ontstaan.
De gastheer/gastvrouw zet de bereide kom met thee voor de gast neer en maakt daarna een buiging op zijn knieën. De gast dient, eveneens na het maken van een buiging, de kom te pakken en op de palm van zijn linkerhand te plaatsen. Met de rechterhand wordt de kom met 3 kleine draaiingen, met de klok mee gedraaid en kan er met gepaste eerbied gedronken worden. Na het drinken wordt het deel van de kom waar men gedronken heeft met de rechterhand schoongeveegd. Dan wordt de kom na weer 3 kleine draaiingen, nu tegen de klok in, op de grond neergezet. De gastheer/gastvrouw heeft met iedere gast nu nog een kort afscheidsgesprekje hierna zal hij/zij de ceremonie beëindigen waarna de gasten vertrekken en de gastheer/gastvrouw alleen achterblijft in de theeruimte.